|
|
Gebraiseerde Ossetong
Algemeen
Bereidingstijd: 20-30 minuten
Maaltijdgang: Hoofdgerecht /
Soort keuken: Nederlandse keuken
Techniek:
Aantal personen: 6 personen
Ingredienten:
1 ossentong - 50 gram mager spek in reepjes gesneden - 50 gram spek in plakjes gesneden - 4 plakken rauwe ham - 4 worteltjes, 4 sjalotten - 1 ui - 1 bosje peterselie - 100 gram champignons - zout en peper - 3 kleine augurkjes - tijm - 2 blaadjes laurier - 1 theelepel majoraan - 1 1/2 dl bouillon - 1 1/2 dl witte wijn - eventueel een klein scheutje cognac of madera
Voorbereiding:
Bereidingswijze:
Wrijf de tong goed af met wat zout, zet hem in ruim koud water en laat hem zo een uur of vijf staan. Spoel goed af. Breng de tong in ruim water aan de kook, laat hem een kwartiertje doorkoken, daarna ′schrikken′ onder de koude kraan en pel hem. Maak dan met een scherp mesje insnijdingen in de tong en steek daarin de reepjes vet spek. U kunt de tong nu naar verkiezing braiseren (zachtjes gaar smoren) in de oven of op het vuur. U belegt een flinke ovenvaste schaal of stoofpan met de lapjes mager spek, bestrooid met versgemalen peper en de plakken ham. Daarop legt u de in reepjes gesneden wortelen, in ringen gesneden ui en sjalotten, gesnipperde peterselie, in plakjes gesneden champignons, in vieren gesneden augurkjes. Daarop legt u de tong, met zout en peper, en de kruiderij erop en eromheen. U giet er de bouillon en de wijn, eventueel cognac of Madera op. Dek de pan of schotel goed af (eventueel met folie) en zet deze op zeer matig vuur of in een matige oven(150? C). Laat de tong zo zeer zachtjes ongeveer 4 uur braiseren. Neem de tong uit de schotel, neem de plakjes ham en spek er ook uit en wrijf de hele rest door een zeef. Dien de tong op in de schotel, bedekt met ham en spek en de gezeefde saus, of op een schaal. Hierbij geeft u aardappelpuree of - heel feestelijk - kastanjepuree, die u in blikjes koopt en in het blikje in een pan kokend water opwarmt. Verder als groente bijvoorbeeld doperwtjes met worteltjes of in hun geheel gekookte struikjes witlof.
|
|
|